-
1 be in roaring health
-
2 roaring
adj. lawaaiig; jubelend; juichend (sukses)--------n. brullend; jubelendroaring1[ ro:ring] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 gedruis ⇒ gebrul, geraas————————roaring21 luidruchtig ⇒ rumoerig; stormachtig2 voorspoedig ⇒ gezond, levendig♦voorbeelden:a roaring success • een denderend succesdo a roaring trade • gouden zaken doen————————roaring3〈 bijwoord〉♦voorbeelden: -
3 bloom
n. bloem; bloei; gloed; poeder--------v. ontbloeien; glinsterenbloom1[ bloe:m] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 bloei(tijd) ⇒ kracht, hoogste ontwikkeling4 blos ⇒ gloed, ongereptheid♦voorbeelden:in the bloom of one's youth • in de kracht van zijn jeugd————————bloom2〈 werkwoord〉1 bloeien ⇒ in bloei zijn/staan3 floreren ⇒ gedijen, tieren5 zich ontwikkelen ⇒ (op)bloeien, uitgroeien♦voorbeelden:
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский